Wat is de betekenis van Meander?

m. (-s), 1. bocht als die van de rivier van die naam in Klein-Azië; 2. (mv.) randversiering bestaande uit rechthoekige gebroken lijnen.

meander - Zelfstandignaamwoord 1. naar de tegengestelde richting terugkerende bocht in een rivier 2. (in het meervoud) randversiering bestaande uit rechthoekige gebroken lijnen meander - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meanderen ♢ Ik meander 2. geb...

(1733, uit het Frans of het Latijn) rivierbocht; randversiering Een van de hoofdornamenten in de Griekse kunst tijdens de zogeheten geometrische periode was de meander. Ook later in de oudheid werd deze randversiering - ook wel 'sleutelrand' of 'Griekse rand' genoemd - veelvuldig gebruikt in de beeldende kunst en de architectuur. De...

Ornamentrand van rechte lijnen en rechte hoeken in een doorlopend patroon. Afkomstig uit de Griekse bouwkunst, veel toegepast in classicistische toegepaste kunst.

Een meander is een Griekse (zie Grieken (2)) randversiering van rechthoekige gebroken lijnen (zie lijn (1)).

[Gr. Maiandros = sterk kronkelende rivier in Frygië] kronkelende lijn.

kronkelende lijn; rivierkronkel; randversiering bestaande uit een rechthoekige gebroken lijn

Geometrisch*, vooral Gr. ornament, genoemd naar de kronkelige rivier Maiandros in Klein-Azië.

Randversiering uit rechthoekige gebroken lijnen, zie middensteentijd – Europa; (Meanderversiering, Oude Steentijd), zie oostaziatische kunst - China – 17e eeuw; zie oud-Afrikaanse kunst – houtsnijwerk; zie Oceanië – Nieuw Zeeland.