Me(d)evallen
(viel mede, is medegevallen), 1. (Zuidn. en veroud.) iem. gunstig zijn: weer en wind vielen hem gelukkig mee; 2. beter aflopen dan verwacht werd: het is mij meegevallen, dat ik mijn geld van hem gehad heb; 3. de verwachting overtreffen : hij is mij meegevallen, ik had het niet van hem verwacht; — de reis is mij nog al...