Wat is de betekenis van Mazier?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mazier

(<Ofr.), o. (-en), (gew.) kleine nis in een schoorsteenmuur tot berging van kleine huishoudelijke benodigdheden.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Mazier

Mazier o. (-en), opening, gat in eene poort of walmuur; (gew.) kleine nis in den schoorsteenmuur tot berging van kleine huishoudelijke benoodigdheden.