Matten, (matte, heeft gemat)
I. 1. met matten of biezen beleggen; 2. van een mat, zitting voorzien: stoelen matten; II. 1. mat, dof maken, matteren; 2. vermoeien, afmatten; III. (volkst.) knokken, vechten.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. 1. met matten of biezen beleggen; 2. van een mat, zitting voorzien: stoelen matten; II. 1. mat, dof maken, matteren; 2. vermoeien, afmatten; III. (volkst.) knokken, vechten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: