Wat is de betekenis van matglas?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Matglas

o., vensterglas dat mechanisch ondoorzichtig is gemaakt.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

matglas

matglas - Zelfstandignaamwoord 1. glas dat mat wordt gemaakt door behandeling met een slijpmiddel of een zuur, waardoor het licht dat er opvalt wordt verstrooid De sneeuwkettingcrisis was bedwongen. Maar ’s avonds diende zich een nieuw probleem aan. Bevroren voorruit. Niet aan de buitenkant, maar aan de bin...

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

matglas

matglas - zelfstandig naamwoord uitspraak: mat-glas 1. glas dat enigszins ondoorzichtig is gemaakt ♢in de badkamer hebben wij een raam van matglas Zelfstandig naamwoord: mat-glas het matglas

2025-07-28
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

matglas

matglas - Dubbelsterk glas waarvan één zijde is geslepen tot een matte afwerking, waardoor het heldere glas is veranderd in ondoorzichtig glas.

2025-07-28
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

matglas

zie afgemat

2025-07-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

matglas

ondeursigtige glas.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Matglas

s.n., matglês (it).

2025-07-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Matglas

glas, dat ontstaat wanneer men het oppervlak van glas met een zandstraal bewerkt of met fluorwaterstofzuur etst. Het laat dan nog wel licht door, maar zo diffuus, dat het oog geen beeld van de licht uitzendende of reflecterende voorwerpen kan vormen (doorschijnend, niet doorzichtig).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

matglas

mat- of dofgemaakt glas, doorschijnend maar ondoorzichtig; 1. stofn., o.; 2. voorwerpsn., o. -glazen.