matennaaier, matenneuker
(1978) (scheldw.) iemand die zich oncollegiaal gedraagt, die een ander verlinkt om er zelf beter van te worden. Wie éénmaal zo'n naam heeft, komt er nooit meer van af. Stamt wellicht uit de soldaten- en/of marinierstaal (soldaat/ marinier die zijn vrienden erbij lapt, te grazen neemt, in de steek laat), al wordt het woord tegenwoordig...
