Wat is de betekenis van Masthout?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Masthout

o., hout geschikt om er masten van te maken.

2025-07-27
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Masthout

Masthout, o. pijnboomenhout; al de masten van een schip.

2025-07-27
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Masthout

z.n.o. - Hout, geschikt of gebezigd om Masten samen te stellen of er aan gebezigd te worden.

Gerelateerde zoekopdrachten