Wat is de betekenis van Marsgast?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Marsgast

m. (-en), matroos die de wacht in de mars heeft.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

marsgast

('mars) m. (-en) matroos die de wacht houdt in de → mars (I 2).

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

marsgast

m. (-en), matroos die de wacht in de mars heeft.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Marsgast

MARSGAST, m. (-en), matroos die de wacht in de mars heeft.

Gerelateerde zoekopdrachten