Wat is de betekenis van mark , merkteken?

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

mark , merkteken

(-en; -je) [~ merk(teken)] A. v. I. Eig. eertijds, grenspaal, grensland : de Deense en de Spaanse maakten deel uit van het rijk van Karel de Grote. II. Metn. binnen bepaalde grenzen besloten gebied nl. 1. onverdeelde grond van een markgenootschap : de -en in Twente. 2. gebied van een honderdschap. - B. m. met een merk getekend iets nl. 1. V...