Wat is de betekenis van marcheren (marsjeren)?

2025-07-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

marcheren (marsjeren)

Van zaken, inz. van apparatuur, gereedschap enz.: zijn normale functie verrichten; functioneren; werken, lopen enz. Mijn vrouw heeft de elektrische deken gerepareerd met onderdelen van onze elektrische broodrooster, Juul. - En? Marsjeert ze nu? - Ja, maar er is maar één nadeel aan. Als de temperatuur wat te hoog stijgt, dan wipt ze on...

Gerelateerde zoekopdrachten