Manusje
in de uitdr. een manusje van alles, iem. die van alle markten thuis is; (ook) iem. die allerlei bezigheden bij de hand heeft, factotum; (gew.) iem. die van alles verkoopt.
Van Dale Uitgevers (1950)
in de uitdr. een manusje van alles, iem. die van alle markten thuis is; (ook) iem. die allerlei bezigheden bij de hand heeft, factotum; (gew.) iem. die van alles verkoopt.
M. J. Koenen's (1937)
m. en o.; persoonsnaam: Manusje van alles, a) iem., die voor allerlei bezigheden te gebruiken is, van alle markten thuis is, b) die verschillende bezigheden bij de hand heeft, c) gew. marskramer; zie factotum.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Instituut voor de Nederlandse taal
manusje zn. in de uitdrukking manusje van alles 'iemand die van alle markten thuis is' categorie: leenwoord Nnl. manusje van alles 'iemand die overal handig in is' in de bootsman is een knutselaar, ... een manusje van alles [1897; Groene Amsterdammer], 'verkoper van allerlei waren' in die "manusje-van-alles"-...
J.H. van Dale (1898)
MANUSJE, o. (-s), persoonsnaam; een manusje van alles, iem. die van alles verkoopt; (ook) iem. die van alle markten thuis is; (ook) iem. die allerlei bezigheden aan de hand heeft.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: