Mantelmeeuw
v. (-en), soort van zeemeeuw met zwarte rug en zwarte vleugels (Larus marinus); er is ook een kleine mantelmeeuw (Larus fuscus) en een lichte kleine mantelmeeuw) (L. f. graéllsi).
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), soort van zeemeeuw met zwarte rug en zwarte vleugels (Larus marinus); er is ook een kleine mantelmeeuw (Larus fuscus) en een lichte kleine mantelmeeuw) (L. f. graéllsi).
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
naam van twee soorten meeuwen. is de naam van twee soorten meeuwen, de grote mantelmeeuw en de kleine mantelmeeuw. Voorbeelden: Bij windkracht 8 tot 9 is het IJsselmeer woest die middag, het water vliegt over de dijk. Twee kolganzen, waarvan er zichtbaar één aan een vleugel gewond is, springen op en worden door de storm...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
mantelmeeuw - Zelfstandignaamwoord 1. (vogels) twee soorten meeuwen met een donkere rug en vleugels ♢ Van meeuwen verdelgen kan geen sprake zijn, reageert Vogelbescherming Vlaanderen. Want zowel de (veel voorkomende) zilvermeeuw als de kleine mantelmeeuw is een beschermde diersoort. ...
Klaas J. Eigenhuis (2004)
Vroeger (vanaf Houttuyn 1763) officiële, thans verouderde N naam; ook nog volksnaam voor de Grote Mantelmeeuw ←. Deze en de Kleine Mantelmeeuw worden in het volwassen kleed gekenmerkt door een zwarte 'mantel' bij een verder geheel wit verenkleed. Onder 'mantel' bij een vogel wordt hier verstaan: de bovenvleugeldekveren...
Lize Stilma (1961)
De grote mantelmeeuw heeft gele poten en de kleine mantelmeeuw rose. Behalve hun rug zijn deze meeuwen wit en hebben een gele snavel met een rood vlekje, alsof ze een prikje van de dokter hebben gehad. En allebei geven ze klagende geluidjes alsof ze verdrietig zijn.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(Larus marinus), vogelsoort, behoorende tot de orde der meeuwen. Lengte 65 cm, staart 18 cm. Kleur van kop, hals, geheele onderzijde en staart is wit, vleugels en mantel voor het grootste deel leizwart; groote slagpennen zwartbruin met witte vlekken aan den kop. In den winter bruine lengtestrepen op schedel en achterhals. Leeft in N. zeeën tot...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: