Wat is de betekenis van Mantelaap?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mantelaap

m. (...apen), mantelbaviaan.

2025-07-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

mantelaap

aap met lang wit hare op skouers en slape.

2025-07-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Mantelaap

(Colobus palliatus Ptrs.), een soort der fam. meerkatachtigen (→ Aap), leeft in de bosschen van O. Afrika (het Tanganjika-gebied). Hij heeft een glanzend zwarte vacht met lange witte haren op schouders, slapen en staarteinde. Leeft in troepen van 6-20 stuks en voedt zich met bladeren en vruchten.

2025-07-24
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Mantelaap

Mantelaap - of Mantelbaviaan, zie AAP.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

mantelaap

m. (-apen), mantelbaviaan.

2025-07-24
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Mantelaap

mantelbaviaan, zie Hamadryas en Aap.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Mantelaap

MANTELAAP, m. (...apen), (nat. hist.) zekere soort van aap, baviaan; ...BAKSTAG, o. (-en), (scheepst.) zeker dik touw; ...DIEREN, o. mv. (nat. hist.) eene soort van weekdieren (tunicata); ...DANS. m. (-en); ...DRAGER, m. (-s), (nat. hist.) zeker raderdiertje dat met een ovaal schild, aan de zijden open, bedekt is.

Gerelateerde zoekopdrachten