Wat is de betekenis van Mannelijk?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mannelijk

bn. bw., 1. tot de man. tot het mannelijk geslacht behorende: een mannelijk persoon; de mannelijke linie van dit geslacht is uitgestorven;het mannelijk lid, de roede, penis; — een mannelijk leen, waarin alleen mannen mochten opvolgen; 2. (plantk.) een mannelijke bloem, die alleen meeldraden en geen stampe...

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mannelijk

mannelijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. (biologie) tot het geslacht behorend dat voor bevruchting zorgt Aantal mannelijke leraren op basisscholen daalt verder 2. (grammatica) behorend tot het woordgeslacht dat vrouwelijk noch onzijdig is Kerel, hond en eik zijn ...

2025-07-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

mannelijk

mannelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: man-ne-lijk 1. met de eigenschappen van een man ♢zij kleedt zich altijd nogal mannelijk 2. wie of wat met zaad kan bevruchten ♢deze plant is van het...

2025-07-23
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

mannelijk

mannelijk - Verwijst naar het geslacht dat normaal gesproken bij de voortplanting spermacellen of mannelijke geslachtscellen produceert.

2025-07-23
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

mannelijk

zie likdoorn

2025-07-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Mannelijk

adj. & adv., manlik; van het geslacht houden, manljusfleis hawwe.

2025-07-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Mannelijk

→ Geslacht (sub 3°).

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

mannelijk

= manlijk.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-23
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Mannelijk

Mannelijk - zie GESLACHT.