Manlief
m., 1. aanspreekvorm voor de echtgenoot: zeg manlief, wil je dat voor mij doen? 2. de (uw enz.) echtgenoot: is manlief thuis?
Van Dale Uitgevers (1950)
m., 1. aanspreekvorm voor de echtgenoot: zeg manlief, wil je dat voor mij doen? 2. de (uw enz.) echtgenoot: is manlief thuis?
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('man) m. 1. Algm. lieve man : ei -, wat zeg jij ervan ? 2. Inz. echtgenoot: geniaal weet zij met om te springen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m., 1. aanspreekvorm voor de echtgenoot: zeg manlief, wil je dat voor mij doen?; 2. de echtgenoot: is manlief thuis?
J.H. van Dale (1898)
MANLIEF, m. lieve man: zeg, manlief , wilt ge dat voor mij doen — echtgenoot: is manlief thuis 1
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: