Wat is de betekenis van manjaboom?

2025-07-22
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

manjaboom

mangoboom. boom waaraan mango's groeien; mangoboom. Voorbeelden: Vroeger was fruit goedkoop. Als de buurman bijvoorbeeld een manjaboom had, kon je zoveel als je wilt van hem krijgen. De tijd is veranderd en tegenwoordig zijn vruchten heel duur. De Ware Tijd, 21 augustus 2010 Urvin is een echte wildebras van tien, en met...

2025-07-22
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

manjaboom

(de, -bomen), mangoboom, grote vruchtboom met geelgroene bloemen, uit tropisch Azië (Mangifera indica, Manjafamilie). We zetten de kooi daar neer, Thijs, op die plek bij die grote manjaboom. Pluk jij nu wat rijpe manja’s (Maynard a: 27). - Etym.: Zie manja.