Manichaeër
m. 1 ketter In de eerste Christenkerk; 2 (ook wel voor:) een onstuimig maner, (lastig) schuldeiser.
Jacon Kramers Jz (1948)
m. 1 ketter In de eerste Christenkerk; 2 (ook wel voor:) een onstuimig maner, (lastig) schuldeiser.
M. J. Koenen's (1937)
m. Manichaeërs; aanhanger van Manes of Mani, † 276, stichter van zekere Perzisch-Christelijke sekte; ook in verband met manen gebracht: schuldeiser. (ae = ee).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
dr. Jan Romein (1906)
oorspr. aanhangers van den Perz. dwaalleeraar Manes (3e eeuw); later, doordat men Manichaeërs met Joden verwarde, synoniem met lastige schuldeischers.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: