Maniak
(<Fr.), m. (-ken), iem. die een manie heeft, die iets op doldwaze wijze beoefent.
Wiktionary (2019)
maniak - Zelfstandignaamwoord 1. persoon die ergens (op ziekelijke wijze) helemaal gek van is, een fanaat 2. (in mindere mate) krankzinnige met een pathologische obsessie b.v. een godsdienstmaniak Verwante begrippen manie
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
maniak - zelfstandig naamwoord uitspraak: ma-ni-ak 1. iemand met ziekelijke ideeën ♢die moord is gepleegd door een maniak 2. iemand die ergens overdreven mee bezig is ♢hij is een echte voetbalma...
M. J. Koenen's (1937)
m. en v. maniaks, maniakken; (Fr. maniaque): iem., die een manie heeft, of aan een gewoonte verslaafd is, gek is op één punt.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: