Wat is de betekenis van mango?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mango

v. (-’s), (Ind.) bekende Indische appelachtige vrucht, met stevig oranjerood vruchtvlees, naar wortelen smakend.

2025-07-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

mango

Het begrip mango heeft 2 verschillende betekenissen: 1) tropische steenvrucht. tropische steenvrucht met een oneetbare en stevige, oranje-groene, glanzende schil en geurig, zeer sappig, oranjegeel vruchtvlees. 2) mangoboom. boom waaraan mango's groeien; mangoboom.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mango

mango - Zelfstandignaamwoord 1. (fruit) soort oranje-groene sappige tropische vrucht 2. (dierkunde) een kolibrisoort uit het geslacht Anthracothorax

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

mango

mango - zelfstandig naamwoord uitspraak: man-go 1. zoete, tropische vrucht met grote, blanke pit ♢in deze salade is mango verwerkt Zelfstandig naamwoord: man-go de mango de mango's ...

2025-07-25
Papiaments woordenboek

Papiaments woordenboek

mango

mango

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Mango

(manga) tropische vrucht

2025-07-25
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

mango

mango - Grote boom die inheems is in Oost-Azië, Myanmar (Birma) en de Indiase staat Assam. Waarschijnlijk is de boom al rond 2000 v.Chr. in India gedomesticeerd. Daarna is de boom in de vijfde eeuw v.Chr geïntroduceerd in Oost-Azië. De boom produceert zoete oranje steenvruchten, een van de belangrijkste en meest geproduceerde vruchte...

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

mango

subtropiese, perskeagtige, draderige vrug.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

mango

manga(boom).