manen (diverse)
I. ('ma:nən) mv. 1. Eig. lang haar in de nek van sommige dieren : de van een leeuw, een ➝ paard. 2. Metf. manenvormige waterplanten in uitgeveende plassen. II. ('ma:nən) (maande, heeft gemaand) 1. met aandrang herinneren, opwekken : tot plichtig dienstbetoon. 2. betaling van een schuld eisen : iemand om geld -. 3. vermanen : tot eendr...