Wat is de betekenis van Mandjeskoop?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mandjeskoop

m. (...kopen), venter met mandjes.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

mandjeskoop

m. mandjeskopen; venter van manden.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

mandjeskoop

('mantjəs) m. (...kopen) verkoper, venter van mandjes.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Mandjeskoop

MANDJESKOOP, m. (-en), venter met mandjes.

Gerelateerde zoekopdrachten