Wat is de betekenis van Mandenmakerij?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mandenmakerij

v., 1. het mandenmaken; 2. (-en), werkplaats, winkel van een mandenmaker.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

mandenmakerij

(kə'rij) v. (-en) 1. Eig. bedrijf van de mandenmaker. 2. Metn. werkplaats. Inrichting daarvoor.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

mandenmakerij

(—en), v., het mandenmakenwerkplaats, winkel van een mandenmaker.

Gerelateerde zoekopdrachten