Wat is de betekenis van Mandchou?

2025-07-23
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Mandchou

I. Mantsjoe, bewoner v. Mantsjoerije;II. mandchou, van Mantsjoerije.

Gerelateerde zoekopdrachten