Pieter Johannes Veth (2003)
mandarijn [Chinees ambtenaar]. Een oude afleiding, die onder andere bij Hyde, De Ludis Orientalibus, voorkomt, is die van mandarijn uit het Portugese mandar ‘bevelen, gelasten’. De plaats uit Hyde kan men vinden in Hobson-Jobson, p. 421. Prof. Veth verklaart zich voor dezelfde etymologie en verwerpt een andere, vo...
Instituut voor de Nederlandse taal
mandarijn 2 zn. 'citrusvrucht (Citrus reticulata of Citrus nobilis)' categorie: leenwoord Nnl. eene soort van oranje-appel, in Suriname Mandaraine genoemd [1855; Focke], mandarinen 'soort kleine sinaasappels uit Malta' [1863; Kramers], mandarijntjes (mv.) [1889; WNT peper I]. Ontleend aan F...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
