Wat is de betekenis van Manbaar?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Manbaar

bn., huwbaar, volwassen, rijp om in het huwelijk te treden: de manbare leeftijd.

2025-07-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Manbaar

Leeftijd van bomen, waarop deze onder natuurlijke omstandigheden voldoende zaad beginnen te dragen. De m. leeftijd wordt in vrije stand eerder bereikt dan in gesloten stand (zie tabel) Houtsoort Vrije stand Gesloten stand douglas 15—20 jaar 30 40 jaar fijuspar 30 40 „ 50-60 „ pijnboom 15-20 „ 30-40 „ aroe (odoc...

2025-07-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Manbaar

adj., ryp.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

manbaar

('manba:r) bn. (...bare) 1. geslachtsrijp : een ...bare dochter. 2. rijp : de ...bare leeftijd bereikt hebben.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

manbaar

bn., 1. huwbaar, volwassen, rijp om in het huwelijk te treden: de manbare leeftijd; 2. (kwekerij) gezegd van bomen die kiembaar zaad produceren.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Manbaar

MANBAAR, bn. huwbaar, volwassen om in het huwelijk te treden (van een meisje). MANBAARHEID, vs huwbaarheid; mannelijke leeftijd.

Gerelateerde zoekopdrachten