Wat is de betekenis van maft?

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

maft

maft - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maffen ♢ Jij maft 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maffen ♢ Hij maft 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van maffen maft!

2025-07-24
Signalement van nieuwe woorden

Riemer Reinsma (1975)

maft

(Belg.) 1. Gek, dwaas. Wat voor een stoot heeft die maft weer uitgehaald! 2. Hetzelfde als maf. Het boek (van Pjeroo Roobjéé) wordt een smartlap in proza in schier administratieve taal, de escapade van een mafte notarisklerk. BOND 16.11.1973

Gerelateerde zoekopdrachten