Wat is de betekenis van Mac (de)?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Mac (de)

(1999) (inf.) Mc Donaldsrestaurant. Ook als verkleinwoord: Maccie. • Het is tijd voor een 'vette bek'; op naar McDonald's. Het is stampensvol in 'de Mac'. (HP/ De Tijd, 16/07/1999) • In Amsterdam-Noord staat de Basic Fit tegenover de McDonald's. Daartussen ligt een groot parkeerterrein waar autowasbedrijf Handwash is gevestigd. Ik geef e...