Wat is de betekenis van maandenlang?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Maandenlang

bn., wat maanden duurt: zijn maandenlange afwezigheid.

2025-07-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

maandenlang

enige of vele maanden durend. die of dat verschillende maanden duurt; gedurende enige maanden; vaak met de nadruk op de voortdurende herhaling of lange duur van het genoemde, en daardoor op de intensiteit, saaiheid of verveling die ermee samenhangt: verscheidene maanden na elkaar aanhoudend; onafgebroken gedurende enige maanden. Voorbeel...

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

maandenlang

maandenlang - Bijvoeglijk naamwoord 1. Iets met een tijdsduur van maanden. Woordherkomst samenvoeging van maand en lang met het invoegsel -en-

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

maandenlang

maandenlang - bijwoord uitspraak: maan'den-lang 1. wat maanden duurt, gedurende vele maanden ♢maandenlang heeft Maurits gezeurd om een iPad Bijwoord: maan'den-lang

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

maandenlang

bn., bw.; maanden durende: een maandenlange ziekte; dat onderzoek duurde maandenlang.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

maandenlang

('ma:ndən) bn. en bw. maanden durend: na een -e afwezigheid.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

maandenlang

bn., wat maanden duurt: zijn maandenlange afwezigheid.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Maandenlang

Maandenlang bn. wat maanden duurt: zijne maandenlange afwezigheid.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten