Wat is de betekenis van maakte kapot?

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

maakte kapot

maakte kapot - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van kapotmaken ♢Ik maakte kapot ♢Jij maakte kapot ♢Hij, zij, het maakte kapot Woordherkomst uit maakte (werkwoord) en kapot(bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen...