maak voort
maak voort - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortmaken ♢ Ik maak voort 2. gebiedende wijs van voortmaken ♢ maak voort! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortmaken ♢ maak voo...