maak uit
maak uit - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmaken ♢ Ik maak uit 2. gebiedende wijs van uitmaken ♢ maak uit! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmaken ♢ maak uit je?...
Wiktionary (2019)
maak uit - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmaken ♢ Ik maak uit 2. gebiedende wijs van uitmaken ♢ maak uit! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmaken ♢ maak uit je?...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: