Maáckia amurénsis RUPR. et MAXIM
Mantsjoerije, Amoergebied; 10-15 m. Synoniem: Cladrástis amurénsis K. KOCH. Boom, met eerst behaarde, lichtgrijze, later kale en olijfgroene twijgen; knoppen duidelijk zichtbaar, kort behaard en beschubd, met kleine bladlittekens. Bladeren bij het uitlopen grijsbehaard, geveerd met 4 tot 10 blaadjes; deze zijn 5-8 cm lang, 2,5-3,5 cm breed, ellip...