Luwte
v. (-n), 1. plaats waar men tegen de wind beveiligd is : hier zitten we in de luwte ; 2. zoelte.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-n), 1. plaats waar men tegen de wind beveiligd is : hier zitten we in de luwte ; 2. zoelte.
Wiktionary (2019)
luwte - Zelfstandignaamwoord 1. een windloze plek ♢ Hij zit in de luwte. Woordherkomst Afgeleid van luw met het achtervoegsel -te. Verwante begrippen luw, luwen
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
v. luwten; het beschut zijn tegen de wind; windvrije plaats; ook: zacht weer: in de luwte van dat dennenbos uitrusten.
Jozef Verschueren (1930)
(‘luwtә) v. (—n) I. Eig. het beschut zijn tegen de wind: de opzoeken. II. Metn. 1. windvrije plaats: in de van een dennenbos. 2. zacht weer zonder wind: zomerse -n.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v. (-n), 1. plaats waar men tegen de wind beveiligd is, plaats met weinig of geen wind: hier zitten we in de luwte; 2. zoelte.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: