luteus
lúteus (-a, -um), - van Lat. lutum, wouw (Resēda luteŏla L. [C. Linnaeus]), een plant, waarvan alle bovenaardsche deelen vroeger gebezigd werden om geel te verven: de kleur der uit wouw bereide verfstof hebbend, geel.
Dr. C. A. Backer (1936)
lúteus (-a, -um), - van Lat. lutum, wouw (Resēda luteŏla L. [C. Linnaeus]), een plant, waarvan alle bovenaardsche deelen vroeger gebezigd werden om geel te verven: de kleur der uit wouw bereide verfstof hebbend, geel.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
I. lūtĕus (van lŭtum), goud-, saffraan-, oranjegeel; rozerood, purperkleurig. II. lŭtĕus (van lŭtum), van klei, - slijk, - leem; overdr., tot niets nut, onbeduidend, gering. | vol slijk, slijkerig, smerig, vuil.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: