luppo, lupo
(1980+) (jeugd) vervelend persoon. Misschien van het slangwoord ‘luppen’ (maten te grazen nemen, bijvoorbeeld iemand anders laten opdraaien voor zijn wacht in het weekend), gebruikelijk bij Nederlandse mariniers. Zie ook: lupkut*. • Luppo: vervelende jongen. ‘Die luppo mag van mij best wel weg blijven.’ (Marc Hofkamp en...