Lupínus L
Meestal kruidachtige gewassen, zelden struiken, met handvormig samengestelde bladeren; blaadjes 7-11, gaafrandig; bloemen in eindstandige trossen; vlag opstaand, kiel gesnaveld, toegespitst; meeldraden vergroeid; kelk diep 2-slippig, bovenlip 2-tandig, onderlip 3-tandig, soms onduidelijk getand of ongedeeld; peulvrucht meerzadig, meestal zijdeacht...