Wat is de betekenis van lunseling?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

lunseling

(1924) (Barg.) de uitkijker bij het loeren op prooi. • Hij hoorde Elsa's stem zuchten, fluisteren en ritselen, in het donkere roofhok... O ja,... hij, hij was de lunseling! (Israël Querido, De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 4: Mooie Karel. 1924) • (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage...

Gerelateerde zoekopdrachten