luizenbaan
(1953) (vaak verkleinvorm) (inf.) slecht baantje. Zie ook citaat 1996 (Jaap van der Wijk) onder luizenplecht* voor verklaring. • Misschien heeft de onparlementaire uitdrukking „luizenbaan" wel relaties met gramofoonplaten, want de normale 78-toeren plaat bestaat voor een belangrijk deel uit schellak, dat uit luizenschilden bestaat. (Lee...