Wat is de betekenis van Luitmaker?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Luitmaker

Luitmaker m. (-s), vervaardiger van luiten; ...MAKERIJ, v. (-en).

2025-07-24
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Luitmaker

Luitmaker, m. (-s), vervaardiger van luiten. *...SLAGER, *...SPEELSTER, v. (-s), *...SPELER, m. (-s), die de luit bespeelt. *...SNAAR, v. (...aren).

Gerelateerde zoekopdrachten