luit, luite
v. luiten; (Fr. luth), oorspr. Arab.: tokkelinstrument met aanvankelijk 4, later 6, 7 en nog meer snaren (en peervormig achtervlak) inz. in de 16de en 17de eeuw in gebruik: met begeleiding van de luit; de luit van Hooft, dichtkunst; in de Bijbel wordt luit gebruikt voor een ander snaarinstrument.