Wat is de betekenis van luit, luite?

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

luit, luite

v. luiten; (Fr. luth), oorspr. Arab.: tokkelinstrument met aanvankelijk 4, later 6, 7 en nog meer snaren (en peervormig achtervlak) inz. in de 16de en 17de eeuw in gebruik: met begeleiding van de luit; de luit van Hooft, dichtkunst; in de Bijbel wordt luit gebruikt voor een ander snaarinstrument.