Wat is de betekenis van Luisterscherp?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Luisterscherp

bn., scherp luisterend: de luisterscherpe oren vernemen ‘t gerucht.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

luisterscherp

bn.; scherp van gehoor, scherp luisterend: iem. met luisterscherp oor.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

luisterscherp

('luistər) bn. (-er, -st) scherp luisterend, met een scherp gehoor.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Luisterscherp

Luisterscherp ...VAST, bn. (-er, -st), (w. g.) hij is luisterscherp, hij heeft een scherp gehoor; ...VINK, m. en v. (-en), luisteraar: luistervinken deugen niet

Gerelateerde zoekopdrachten