luisterde af
luisterde af - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van afluisteren ♢Ik luisterde af ♢Jij luisterde af ♢Hij, zij, het luisterde af
Wiktionary (2019)
luisterde af - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van afluisteren ♢Ik luisterde af ♢Jij luisterde af ♢Hij, zij, het luisterde af
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: