Wat is de betekenis van luimlapper?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

luimlapper

(1933) (Brussel, Barg.) slaapmuts. • (De Brabantse folklore. Volume 13. 1933) • (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)

Gerelateerde zoekopdrachten