Wat is de betekenis van Luctor?

2025-07-25
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Luctor

Lat. luctor 'ik worstel, strijd' (vergelijk de Zeeuwse wapenspreuk 'Luctor et emergo'). Luctor Ponse, Nederlands componist (1914-1998).

2025-07-25
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Luctor

m Lat. luctor ‘ik worstel, strijd' (vgl. de Ze. wapenspreuk ‘Luctor et emergo’). Luctor Ponse, Ndl. componist (geb. 1914).

2025-07-25
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Luctor

dep. (1), worstelen. | overdr., worstelen, tegenstand bieden, strijden, zich aftobben, moeite doen, cum alqa re, Vell., Sen., alqa re, Hor., in arido solo, Liv., poët. c. inf., telum eripere, Verg.; zo ook cum alqo (van een redenaar), Cic., cum vitiis, Sen.