Wat is de betekenis van Lording?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lording

v. (-s), 1. garen tot het bekleden van touwwerk; 2. pakkingstof bestaande uit ineengedraaide hennep: lording voor pakkingen der stoommachines.

2025-07-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Lording

(1), garen voor bekleding van touwwerk; (2) pakking van ineengedraaide hennep.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lording

v. lordings; scheepst. driedraads zwaar geteerd garen tot bekleding der kabels; ook: pakkingstof bestaande uit ineengedraaide hennep; zie: schiemansgaren.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lording

(‘lording) v. (-s) [msch. ~ lor] 1. Eig. garen tot bekleding van touwwerk: om kabels te bekleden. 2. Metn. pakkingstof van ineengedraaide hennep: wordt als dichtingsmateriaal gebruikt.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

lording

v. (-s), 1. garen voor het bekleden van touwwerk; 2. pakkingstof die bestaat uit ineengedraaide hennep, striktouw: lording wordt gebruikt bij het maken van mofverbindingen.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Lording

Lording v. (-s), (zeew.) geteerd touw, dat om de kabels enz. gewonden wordt; driedraadsch geteerd garen.

2025-07-29
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Lording

z.n.v. of loerding. - Driedraads geteerd garen.

Gerelateerde zoekopdrachten