Wat is de betekenis van Lorca?

2025-07-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Lorca

zie Garcia Lorca.

2025-07-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Lorca

Stad in de Spaansche prov. Murcia (37° 40' N., 1° 40' W.); ca. 80 000 inw. (Kath.). De oude stad ligt tegen de berghelling, de nieuwe in de vlakte. Mijnbouw: lood, zilver, zwavel. Verder: olie, koren, wol, leder, etc.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Lorca

('lorka) stad in Spanje, 75.000 inw.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Lorca

Federico Garcia, →Garcia Lorca, Federico.

2025-07-25
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Lorca

spaansche stad, provincie Murcia, aan de Sangonera, w.z.w. Murcia; het oude gedeelte van de stad is onregelmatig gebouwd, maar zindelijk, het nieuwe gedeelte is meer regelmatig en open aangelegd. De wallen van de stad zijn van moorschen oorsprong; ook zijn er eenige romeinsche oudheden. De voornaamste gebouwen zijn: het bisschoppelijk paleis en een...

2025-07-25
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Lorca

het oude EUocroca of llorcis, stad in Spanje, aan de Sangonera, 15 uren gaans bezuidw. Murcia; 20.000 inw.; groole salpeter- en buskrnitfabricken; zware overstrooming 1802 doorbet springen van eene waterkom, aangelegd 1792 ter besproeiing van het platteland ; 1823 werd L. bemachtigd door de Fransclien.