Wat is de betekenis van Lor?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lor

v. (-ren), 1. vod, oude lap: lorren opkopen; lorren en benen; — geen lor, niets: hij weet er geen lor van; het kan mij geen lor schelen, totaal niets; dat is geen lor waard; 2. (fig.) prul, leur, beuzeling: een lor van een boek; ik kan mij met zulke lorren niet bezighouden; — ee...

2025-07-28
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

lor

J, Noord(en).

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lor

lor - Zelfstandignaamwoord 1. vod, oude lap 2. prul lor - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lorren ♢ Ik lor 2. gebiedende wijs van lorren lor! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lorren ...

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

lor

lor - zelfstandig naamwoord 1. oud stuk stof ♢ dat gordijn is een lor 2. iets wat weinig waarde heeft ♢ je gaat zo'n lor van een souvenir toch niet meenemen! 1. een lor van een v...

2025-07-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

lor

vod, ou lap; prul.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Lor

s.n., loarre, bingel, bongel, klongel, todde, fodde.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lor

v. lorren, lorretje; oude lap; fig. prul; onbeduidend persoon: ’t kan mij geen lor schelen, hoegenaamd niets; een lor van een vent.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lor

v.en o. (-ren ;-retje) [〜 loer] 1. Eig.oude lap, vod: -ren en benen; ‘t kan me geen schelen, hoegenaamd niets. 2. Metf. onbeduidend persoon: een van een vent.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

lor

v./m./o. (-ren), 1. vod, oude lap: lorren opkopen; lorren en benen; geen lor, niets: hij weet er geen lor van; het kan mij geen lor schelen; dat is geen lor waard; 2. (fig.) prul: een lor van een vent, nietswaardig mens, waar niets bijzit.