Wat is de betekenis van Loopgang?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Loopgang

v. (-en), (eertijds op oorlogsschepen), de smalle gedeelten van het bovendek tussen fokkemast en grote mast, aan weerszijden van het schip.

2025-07-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Loopgang

s., rid(de), rit, ril; -en maken, ridzje; met -en ondermijnen, forridzje.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

loopgang

('lo:p) v. (-en) gang langs de zijden van een schip.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Loopgang

Loopgang v. (-en), (zeew.) het bak- en stuurboordsgedeelte van het dek, waarmede men van het voornaar het achterschip gaat; ...GAT, o. (-en), opening; (ook) iem. die gaarne veel loopt; ...GEWICHT, o. (-en), glijgewicht aan een weefgetouw ...GRAAF, v. (...graven), (vest.) ingravingen die de belegeraars maken om zich zooveel mogelijk gedekt te kunn...

2025-07-29
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Loopgang

z.n.m., of loopplank. - Het bak- en stuurboordsgedeelte van het dek, waarmede men van het voor- naar het achterschip gaat.

Gerelateerde zoekopdrachten