Lonk
m. (-en), korte, vriendelijke, soms zijdelingse, in ’t bijz. verliefde of lokkende blik die men iem. toewerpt : een handje, een lach en een lonkje ; iem. een lonk geven, toewerpen.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), korte, vriendelijke, soms zijdelingse, in ’t bijz. verliefde of lokkende blik die men iem. toewerpt : een handje, een lach en een lonkje ; iem. een lonk geven, toewerpen.
Wiktionary (2019)
lonk - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lonken ♢ Ik lonk 2. gebiedende wijs van lonken ♢ lonk! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lonken ♢ lonk je?
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Hans Heestermans (1977)
lonk - verliefde of verlokkende blik. Hoe snoo zijn d’Harders en hoe lichtjes Sijn UT ... met een lonckje te bewegen, Amst. Pegas. 144 [1627].
H.J. Terblanche - M.A., D. Litt
kort, vriendelike, veral verliefde of lokkende blik; kort, effens skewe oogwenk; gelonk, kort, vriendelike blik toewerp (verlief of lokkend); effens skeel kyk.
M. J. Koenen's (1937)
m. lonken (1 vriendelijke [zijdelingse] blik; 2 korte blik op iem. of iets): 1. kusjes, lachjes, lonkjes; 2. trachten een lonk in de spiegel te krijgen om te zien of.
Jozef Verschueren (1930)
m. (-en; -je) [msch. ~ loens] 1. korte, vriendelijke, soms zijdelingse blik : hij gaf haar een handje, een lach en een -je; een uitschieten; iemand een geven, toewerpen; der zonne doordringt de ziel. 2. Algm. korte blik : hij trachtte een in de spiegel te krijgen om te zien of zijn das nog goed zat.
J.H. van Dale (1898)
Lonk m. (-en), vriendelijke oogwenk, waarbij het oog, met vernauwing der oogleden, een weinig ter zijde wordt getrokken: iem. een lonk toewerpen. LONKJE, o. (-s).
I.M. Calisch (1864)
Lonk, m. (-en), vriendelijke oogwenk. *-AARD, m. (-s), die lonkt. *-EN, ow. gel. (ik lonkte, heb gelonkt), eenen lonk of lonken toewerpen, belonken; loensch -, scheel zien. *-END, bn. -e oogen, oogen die verliefdheid verraden. *-ER, m., *-STER, v. (-s), die lonkt; die scheel ziet. *-ING, v. het lonken. *-JE, (B. -N), o. (-s).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: