lokaliseren (lokalizeren, localiseren, localizeren)
(lokaliseerde, heeft gelokaliseerd), 1. tot een bepaalde plaats beperken: een besmettelijke ziekte -, zorgen dat zij zich niet uitbreidt; men slaagde erin de brand aan boord te 2. een plaats toekennen: ergens gelokaliseerd zijn, daar zijn plaats hebben: de legende is in de Ardennen gelokaliseerd; een nietgelokaliseerde pijn.